Landbouw in zandlandschappen

Welkom

Welkom op de website over grondgebruik van zandgronden in Nederland. Op deze site kun je informatie vinden over twee vormen van landbouw die in zandlandschappen plaatsvinden, namelijk intensieve veehouderij (bio-industrie) en een milieuvriendelijke vorm van landbouw, de biologische landbouw
Hieronder wordt eerst een overzicht gegeven van de verschillende landschapstypen in Nederland en hun voornaamste grondgebruik. De opvallendste resultaten per landschapstype staan opgesomd.

Grondgebruik in de verschillende landschapstypen

Picture
Het grondgebruik in Nederland verschilt per landschap. Het landbouwkundig gebruik is afhankelijk van de bodem, het reliëf en van ander niet landbouwkundig gebruik. In de eerste figuur staan de landschapstypen centraal (zie 'Landschapstypologie van de Nederlandse landschappen'). De cultuurlandschappen zijn er op aflopende volgorde van aandeel landbouwkundig gebruik geplaatst. In de tweede figuur staan de afzonderlijke grondgebruiksvormen centraal. Enkele opvallende resultaten:

Zeekleilandschap
  • Het zeekleilandschap is een echt landbouwlandschap. Meer dan 80% van het areaal is in agrarisch gebruik: 30% gras; 37% akkerbouw (bieten, graan, aardappelen); 14% overige landbouwgewassen.
  • Van alle afzonderlijke akkerbouwgewassen in Nederland bevindt zich ongeveer 50% in het zeekleilandschap. Dit geldt ook voor de glastuinbouw. De meer zandige delen van het zeekleilandschap zijn geschikt voor de bollenteelt: ongeveer 45% van alle Nederlandse bollen wordt daar geteeld.

Rivierenlandschap
  • Ook het rivierenlandschap kent met 73% een hoog agrarisch gebruik (47% gras; 9% akkerbouw; 17% overige landbouwgewassen). Bijna de helft van het gebied is in gebruik als grasland, dit zijn met name de uiterwaarden en de minder vruchtbare komgronden. Daarnaast verbouwen boeren en tuinders een breed scala aan gewassen op de hoger gelegen en vruchtbaarder delen (oeverwallen en stroomruggen).
  • 45% van alle boomgaarden in Nederland ligt bijvoorbeeld in dit landschap.

Veenlandschap
  • Ook in het veenlandschap is het agrarisch grondgebruik dominant (71%, waarvan 49% gras; 17% akkerbouw; 6% overige landbouwgewassen). Evenals in het rivierenlandschap is bijna de helft van de grond in gebruik als grasland.

Zandlandschap
  • Het zandlandschap is qua oppervlakte (meer dan een miljoen hectare) het grootste landschap van Nederland. Een belangrijk aandeel (68%) van het oppervlak is in agrarisch gebruik (39% gras; 11% akkerbouw; 18% overige landbouwgewassen).
  • Voor het landschap is verder belangrijk dat 60% van de maïsteelt in Nederland zich in het zandlandschap bevindt. Maar ook ongeveer 35% van alle natuur in Nederland is te vinden in het zandlandschap.

Lösslandschap
  • Het lösslandschap kent voor 62% een agrarisch gebruik (24% gras; 26% akkerbouw; 12% overige landbouwgewassen).
  • Van alle cultuurlandschappen heeft dit landschap het hoogste percentage bebouwing en bijbehorende ruimte (15%).

Stuwwallenlandschap
  • Het stuwwallenlandschap is voor minder dan de helft (40%) in agrarisch gebruik (24% gras; 8% akkerbouw; 7% overige landbouwgewassen).
  • Van alle natuur in Nederland bevindt zich bijna 30% in dit landschap; het stuwwallenlandschap bestaat hiermee voor 45% uit natuur

Duinlandschap
  • Het duinlandschap kent met 22% het kleinste aandeel landbouwkundig gebruik van de verschillende cultuurlandschappen (8% gras; 2% akkerbouw; 12% overige landbouwgewassen). De helft van de oppervlakte aan duinlandschap bestaat uit natuur.
  • Ongeveer 40% van alle bollenteelt in Nederland vindt plaats in het duinlandschap. 
 

Bron: www.ruimtemonitor.nl